Mary Oliver - De Reis

Op een dag wist ik tenslotte
wat me te doen stond, en begon,
ofschoon de stemmen om mij heen
hun slechte raad
bleven schreeuwen –
ofschoon het hele huis
begon te beven
en ik het oude trekken
aan mijn enkels voelde.
‘Maak mijn leven in orde!’
riep elke stem.
Maar ik bleef niet staan.
Ik wist wat me te doen stond,
al rukte de wind
met zijn stijve vingers
aan de fundamenten zelf –
al was hun droefenis
verschrikkelijk.
 
Het was al laat genoeg,
en de nacht was wild,
en de weg vol gevallen
takken en stenen.
Maar stukje bij beetje,
terwijl hun stemmen achterbleven,
begonnen de sterren fel te schijnen
door de wolkenflarden heen
en er klonk een nieuwe stem
die ik langzaam
als mijn eigen stem herkende,
die me gezelschap hield
terwijl ik steeds dieper
de wereld binnen beende
vastbesloten om het enige
te doen wat ik doen kon –
vastbesloten om het enige
leven te redden dat ik redden kon.
 
Naar Mary Oliver, Dream Work